Gambia verslag zondag 8 februari

Gambia, zondag 8 feb 2015

Het zit lekker hier op mijn loggia op de eerste verdieping van een van de 8-kamer maisonnettes van het Lemon Creek hotel met uitzicht op zee. Of laten we het, gezien het late uur, houden op het horen van het geruis van de zee. En van de krekels natuurlijk, die hun best doen op een imitatie van hoogspanningsdraden. Bijna beter dan het origineel. Voor me staan wat Baobab bomen en hier en daar een reizigerspalm. Daar zie ik de contouren nog net wel van. Ik kom terug van ons diner met de gehele bouwgroep. Het duurde allemaal iets langer dan in het Senegambia hotel dat we voorgaande jaren frequenteerden, waar het buffet en de obers in het gelid stonden, maar het smaakt er niet minder om. Het is duidelijk een stuk minder sjiek en hip dan op het koloniale pand op de strip. Maar het past bij de modale leeftijd van de groep. De Max Factor.
Er zijn wel meer dingen veranderd ten opzichte van voorgaande jaren. Voorbij zijn de werkdagen die des middags werden onderbroken door eet- en drinkgelagen in het restaurant bij het zwembad en de zee. De warme maaltijden zijn vervangen door een broodje rund of kip op de compound. De verplichte rondjes bier zijn verwisseld voor een extra lurk aan de waterfles – al schijnt dat morgen een bacootje te worden, maar dan zonder de rum. Het werkplezier is er niet minder om, het werk schiet beter op en we zijn op tijd weer thuis.
Had ik al gezegd dat het zondag was? We mochten daarom een uurtje uitslapen. Maar het was dan ook erg laat gisteren voor ploeg twee. Ons vliegtuig landde iets na elven, maar voor ons gevoel was het al middernacht. Daarna koffers naar de kamer brengen. En weer verplaatsen naar een andere kamer vanwege ruilverkaveling. En gezellig een biertje nemen – verplichtingen moet je nakomen. Wifi codes werden uitgeprobeerd. Een hobby die ook de volgende dag met volharding werd uitgeoefend. Het is als met gokken. Het kost veel tijd en geld, een enkeling houdt vol dat hij aan de winnende hand is, maar het geluk blijft je steeds een stapje voor.

De vliegreis had trouwens iets langer geduurd dan gepland omdat we volgens de gezagvoerder een tussenlanding in Portugal moesten maken om bij te tanken in verband met de hevige tegenwind. Volgens het echtpaar in de stoelen voor mij was het niet meer dan een centenkwestie, anders hadden zetel wat meer kunnen tanken op Schiphol. En horen dat je straks gaat landen in Faro als je nog op moet stijgen, verhoogde de voorpret van het vliegen natuurlijk enorm. Daar hadden we als land al eens een MH17 experience. Inchecken gaf de gebruikelijke rituelen te zien: net weer die ene fles verzorgingscreme die je nodig hebt in dat warme land moest ingeleverd. En met uit checken was het al niet anders. Gambia wordt efficiënter. De koffers moesten door een scanner. Vroeger kon je daar nog langs lopen alsof je neus bloedde, nu was er geen ontkomen aan. Melden bij customs. Gelukkig mocht Jan eerst. Zijn pleidooi voor hulp aan een behoevende school mocht niet baten. Er moest een papier komen waarin stond dat die school ook echt bestond en dat ze ook opdracht had gegeven voor de zending. Ik probeerde Jan te helpen met mijn zeer zwakke verkoop competenties. Maar hier hielpen zelfs de koude gratie van Kaddy – nochtans hoofd van de school – noch de charme van Willem, toch de grondlegger van de school. De vermoeide douanier veegde het zweet van zijn voorhoofd en duwde twee vingers in zijn ogen. Snapten we dan niet dat hij zich ook moet verantwoorden? Daar had hij een punt. We hadden ondertussen in drie jaar tijd best wel een standaard briefje in elkaar kunnen knutselen waarop stond welke mooie dingen we deze prachtige school in de maag splitsen bij onze bezoekers. Maar goed we houden ervan de rituelen in stand te houden. Ergens deze week zullen we dus toch een brief moeten overhandigen om de computer los te weken. Geld hoeft het niet te kosten, enkel moeite. Ik kon overigens zonder enige moeite mijn oversized tas met daarin nog een PC en beeldscherm rustig dirigeren richting uitgang. De voorstelling was afgelopen en niemand klapte voor more.
We werden naar de compound gereden door Yaya, de nieuwe chauffeur. De bus was voor Gambiaanse begrippen voortreffelijk; en Yaya vriendelijk en voorkomend. Ter plaatse werden we als vanouds begroet door de familie, ondanks de heftige onenigheden van enkele maanden teug over hun grootse bouwplannen. De compound zelf was verbluffend. Sinds de bouwreis van voorjaar 2014 was er een hoop veranderd. Het hoofdgebouw zat mooi in de verf en was opgesmukt met afbeeldingen van fruit en bijbehorende educatieve teksten. De muren in de lokalen hingen vol met tekeningen en alles zag er opgeruimd uit. Het hele terrein werd omsloten door een hek, dat deels bestond uit een grote muur voor het woonhuis van de Ceesays en grotendeels uit een heel laag muurtje met kippengaas erboven. Het beoogde huis van Kaddy en het lerarengebouw in aanbouw zagen er speels uit. Gert en Jan zaten al vrolijk de dakconstructie op de muren te verankeren. Zij waren net als Willem en Wim al een week hier en deelden niet in de zondagclementie. Wim en Willem ook niet, maar die moesten ervoor zorgen dat de nieuwe gasten – Lia, Els, Arjen, Dick, Cees, Jan en ik – zich thuis voelden en zich voegden. Dan past rust. Kaddy gaat op stand wonen. De porch voor het huis maakt het helemaal af. In het aanpalende schoollokaal waren tegelzetters bezig een pracht van een blauw gemarmerde vloer te leggen. Het oogstte bij iedereen in de groep bewondering. Dit was vakmanschap. Later die avond, terug in het hotel, zou blijken dat vakmanschap voor ons niet altijd zomaar betaalbaar is. Vrienden van Yaya waren gevraagd om te helpen met het dak, maar hun prijs was te hoog. De mooie vloer had er overigens al geruime tijd in moeten liggen. Nu verhinderde hun werk dat er volgens planning geschilderd kon worden. Werk dat toch al lastig werd gemaakt omdat ook het dak er nog niet op zat. Ook dat was vóór onze komst besteld.

Toen we alles hadden bekeken en besnuffeld en Mr. Cie de hand hadden gedrukt, konden we aan de slag. Jan en ik storten ons op het recht hangen van het kippengaas. Dat betekent boren in veroest stevig staal. Dat hield ons aardig van de straat. Sterker nog, morgen pas is het karwei echt geklaard. Gert en Jan konden het dak op, maar lieten dat toch liever over aan lichtere soortgenoten gelet op de sterkte van de constructie. En die is berekend op hevige buien en gematigde dakhazen. Ze beperkten zich tot het vastzetten van de ankers. Wim en Kaddy togen op pad voor inkopen. Lia en Els zetten twee kamers in de primer, zodat morgen kan worden geregeld. Arjen en Cees zorgden voor de ombouw van een toiletblok en deden dingen in de opslagruimte. Dick sloopte een deur uit de toiletruimte; met goedkeuring van de tekening die daar aan ten grondslag lag. En boog zich over zijn hoofdtaak: de lesmaterialen. En Willem zag toe en regelde.
Al met al een fijne dag met veel teamgeest en tevredenheid.
Morgen bezoeken we met een aantal van ons een naburige school. Als het even mee zit brengen Jan en ik de computer van Kaddy aan de praat die de douane uit het oog verloor. Die heeft me de afgelopen week bezig gehouden. De Windows7 machine is eerst omgezet naar een Engelse versie. Vervolgens is de Microsoft Office professional 2003 versie overschreven door een Engelse variant. En toen bedacht Jan dat de computer wel een wifi-kaart diende te hebben om op het gsm-netwerk mee te liften via een zogenaamde TP-link module hij al eerder had gekocht. Hij sloopte de kaart uit de PC die eerst mee zou gaan maar onwillig was en bracht hem naar mij. Daar bleek vervolgens dat het beeldscherm niet meer functioneerde. Dat dachten we nochtans. Totdat bleek dat een vervanging door een inderhaast door hem gehaald alternatief beeldscherm ook geen beeld gaf. Nadat hij vruchteloos huiswaarts was gekeerd, kreeg ik de machine alsnog aan de praat. Jammer dat ik niet weet hoe. Spannend morgen.

Dit bericht is geplaatst in Gambia 2015. Bookmark de permalink.